Leolux Scylla | Koos Kluytmans interieurs Oisterwijk
Footer Kooskluytmans Grijs

Open zondag: Op zondag 23 juni zijn wij geopend van 12:00 tot 17:00 uur.

Open zondag: Op zondag 23 juni zijn wij geopend van 12:00 tot 17:00 uur.

Leolux Scylla
Leolux Scylla
Leolux Scylla
Leolux Scylla
Leolux Scylla
Leolux Scylla
Leolux Scylla
Leolux Scylla
Leolux Scylla
Leolux Scylla Fabric Blue 0005 Scaled
Leolux Scylla Leather Brown 0003 Scaled
Leolux Scylla 0008 Scaled
+5

Leolux Scylla

Elementair lijnenspel, met oog voor detail. Met herinneringen aan “De Stijl” ontwierp Gerard Vollenbrock deze oer-Nederlandse Scylla. Hij voorzag het sobere ontwerp van een schitterend buisframe dat helemaal achter de rug doorloopt en stoere beklede armsteunen. Het zijn de kleine details en de perfectionistische afwerking die zorgen dat dit ontwerp ook na vele jaren gemakkelijk elke toets doorstaat. Want alleen onder die voorwaarde ontstaat echt tijdloos design.
Leolux producten zijn vaak goed te combineren met andere merken in onze collectie bijvoorbeeld Pode.
Om dit product perfect te combineren kunt u altijd advies vragen aan één van onze Interieuradviseurs. Lees meer

Vanaf 2.365,00

Vragen over dit product?

De woonexperts van Koos Kluytmans helpen u hier graag bij. Tijdens onze advies-sessie in de showroom laten wij u de mogelijkheden zien.

Productinformatie

Leolux Scylla

Standaard meegeleverd

Informatie: 
Romp: Massief beuken en plaatmateriaal.
Vering zitting: Hardstalen veren.
Vulling: HR schuim, afdekking Leoskin.
Comfort: Soft, optie Firm (m.u.v. poef).
Poten en rugbuis: Staal, verchroomd. Optie: Alle geselecteerde epoxykleuren.
Pootdoppen: Staal, verchroomd (bij poten en rugbuis verchroomd). Staal, kleur Nuit (bij poten en rugbuis epoxy).
Pootdoppen achterzijde fauteuil: Kunststof zwart.
Siersteek: Vlakke naad.
Opmerking: Materiaalcombinaties bij stretchstoffen is niet mogelijk. Kleuren combineren binnen dezelfde stretchstof is wel mogelijk.
Bekleding: De armen kunnen alleen uitgevoerd worden in leer en artificial leer.
Design: Gerard Vollenbrock, 1996.